De esdoorn (MW)


Hanna had haar zinnen op een Japanse Esdoorn gezet. Ze liet zich voortdurend gek maken door de aanbiedingen van het tuincentrum, maar eenmaal naar huis gesleept en overgeleverd aan haar verwaarlozingen, wachtten de arme struiken en heesters een onvermijdelijke langzame dood. Maar daar had ze blijkbaar geen problemen mee.

‘Weet je wel hoe duur zo’n boom is?’ wierp ik tegen.
‘En weet jij wel hoe kaal onze voortuin is? Het zou goed zijn om een beetje een flinke boom voor de deur te hebben.’
‘Zijn er geen goedkopere bomen dan?’
‘Die kleine sprietjes zeker? Ik ga niet vijf jaar wachten tot er iets fatsoenlijks staat. Ik wil nu een grote boom.’
‘We gaan daar geen 140 euro aan uitgeven.’
‘O nee? Heb jij een beter idee dan?’
‘Ik haal wel een boom uit het bos.’
‘Uit het bos?’
‘Ja. Dat staat vol met esdoornen. Ik graaf er wel een uit en dan zetten we die in de tuin.’
Ze rolde met haar ogen. ‘O, mijn god. Meneer gaat het weer zelf doen.’ ‘Weet je. Je doet maar,’ Ze stak haar vinger tegen mijn borst, ‘maar als er morgenochtend geen goede boom in de voortuin staat, rijden we linea recta naar het tuincentrum.’
Ze kon me wat. Het was een prachtig idee. Het bos kon best een boom missen.

Het regende. Niet hard, maar toch onophoudelijk. Ik trok mijn laarzen aan. Prima omstandigheden. Met zulk slecht weer zou er nauwelijks iemand op straat zijn, laat staan in het bos. Ik pakte een grote plastic zak uit de kast en liep naar buiten. In de schuur wilde ik de schep pakken, maar bedacht me dat ik met zo’n groot ding misschien een rare indruk zou wekken. Volgens mij was het uitgraven van bomen niet legaal. Het zekere voor het onzekere nemend, hing ik de schep weer terug en pakte een tuinschepje. Die kon ik onopvallend in mijn jas steken. Met beide handen in mijn zakken wandelde ik als de vermoorde onschuld de tuin uit naar het bos.

Het rook heerlijk tussen de natte bomen. De bodem was bezaaid met esdoornzaailingen. Alleen waren die allemaal te klein. Naast een open plek vond ik een exemplaar van een paar jaar oud. Prachtig in blad en zo’n twee meter hoog. Perfect. Ik ging op mijn knieën naast de boom zitten en begon de wortels uit te graven. Het viel me niet mee. De grond was harder dan ik had verwacht en zat vol stronken van de omliggende bomen. Hoe diep gingen wortels van een esdoorn eigenlijk? Met het tuinschepje zou ik niet heel hard opschieten. Ik probeerde te voelen of de boom al los kwam. Muurvast. Ik ging een beetje aan de boom hangen. Allemachtig, wat zat dat ding vast. Ik zette iets meer gewicht aan. Opeens schoot de boom met een droge knap los uit de grond. Ik viel achterover in de natte kuil en hoorde iets kraken. Nadat ik overeind gekomen was, zag ik dat de zijkant van mijn jas aan een wortel was blijven haken en tot ongeveer de mouw was uitgescheurd. Godver. Ik had een oude jas moeten aantrekken. Ik bekeek de boom. Veel kluit had ik niet meegetrokken. Een paar draadjes aan de onderkant van de stam. Ik keek om me heen, opeens bang dat iemand me zou zien. Het leek me beter terug naar huis te gaan. Deze boom moest het maar gaan redden. Haastig schepte ik de natte aarde in de zak en stak de boom ertussen.

Thuis liep ik gelijk door naar de voortuin, waar ik opnieuw op mijn knieen ging zitten om een gat te graven. Hier ging het een stuk makkelijker. Dat was dan weer het voordeel van een kale tuin. Het stonk er overigens wel. Vermoedelijk was onze tuin erg aantrekkelijk voor katten met hun behoefte. Ik haalde de boom uit de zak en drapeerde de worteldraadjes in het gat dat ik vervolgens dichtgooide met de modder uit de zak. Ik stampte de boom goed aan en bekeek het resultaat. Hij stond een beetje scheef. Ik vond het best zo. Als de boom zou aanslaan, zou dat wel bijtrekken. Binnen hing ik mijn jas – of wat daar nog van over was – over de kapstok en rende naar boven om te douchen. Allemachtig wat een stank.

Hanna stond voor het raam. Het regende nog steeds. ‘Een esdoorn,’ constateerde ze.
De boom stond nog steeds scheef, maar zag er verder net zo uit als gisteravond. Fris, groen en vol in blad. Hanna draaide zich om. ‘Dat heb je mooi geregeld.’ Ze gaf me een zoen en liep de kamer uit. Vanaf de gang riep ze me nog na. ‘Trouwens, ik heb je jas proberen schoon te maken, want hij zat onder de hondenpoep. En hij is gescheurd. Ik zou maar een nieuwe kopen als ik jou was.’

Ik verbeet mijn irritatie en bekeek de esdoorn. Hoe dan ook zou het een paar dagen duren voordat duidelijk werd of de boom dood was of niet. Genoeg tijd om een nieuw plan te verzinnen. En een nieuwe jas te kopen. Dat ding had godverdomme 150 euro gekost.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: