Vindrobot (PD)


Het was rumoerig in de klas. Onrustig schoven de kinderen op hun stoeltjes heen en weer. De grote vakantie naderde en wat hen betreft kon dat niet snel genoeg zijn. Meester Bram had andere dingen aan zijn hoofd dan vrijaf van school. Hij overzag zijn klaslokaal. Voor deze kinderen kwam de kerstman nog steeds door de schoorsteen en het paard van Sinterklaas at de wortels uit hun schoentjes. Maar een enkeling geloofde daar niet meer in. Hij wist precies wie. Spelbrekers waren het, dacht meester Bram, die kostte wat kost hun leeftijdgenoten zo snel mogelijk naar de volwassen wereld van bittere ernst en wantrouwen wilden leiden. Veel te vroeg, meende hij.
‘Ssst,’ klonk het geroutineerd uit de mond van meester Bram. De klas viel stil.
‘Jongens, heb ik jullie wel eens verteld van de vindrobot?’ zei hij.
Collectief schudden alle hoofdjes van nee. Een paar eigenwijze kinderen stak meteen hun vinger op.
‘Jullie weten wel wat een robot is, toch?’
Een jongetje stond op, liep met hoekige bewegingen richting zijn buurman en legde zijn handen rond diens nek, alsof het een paar ijzeren knoken waren die hun prooi niet meer loslieten. ‘Ik-ga-jou-ver-moor-den,’ zei hij luid en mechanisch.
‘Stijn, zo is het wel duidelijk. Ga je nu weer op je plek zitten?’
Het ventje droop af.
‘Niet alle robots willen je wurgen, zoals Stijn ons net liet zien. Een vindrobot kan je heel goed helpen. Bijvoorbeeld als je je fietssleuteltje kwijt bent.’
Achterin de klas stak Saartje haar hand op.
‘Ja, Saartje?’
‘Volgens mij bestaan die helemaal niet,’ zei ze op betweterige toon.
‘O, jawel hoor. De vindrobot leest je gedachten en weet zo bijvoorbeeld precies waar je voor het laatst je sleutel hebt neergelegd. Erg handig. Maar soms ziet de vindrobot er niet uit als een echte robot en bemoeit zich overal mee.’
Opnieuw stak Saartje haar hand op, maar meester Bram negeerde haar.
‘Misschien is je moeder bijvoorbeeld wel een vindrobot,’ zei hij, met net iets te veel stem-verheffing, tegen het meisje.
‘Echt niet,’ riep Saartje, met haar hand nog in de lucht.
‘Maar je moeder vindt toch ook altijd alles? Ze vindt dat je te veel lawaai maakt. Ze vindt dat je je kamer moet opruimen. Of dat je naar bed moet, terwijl je nog op wilt blijven.’
‘U doet gemeen, meester Bram. U mag niet liegen over mijn moeder.’ zei Saartje stampvoetend.
‘Jongens, misschien is Saartje ook wel een vindrobot. Ze vindt ook overal wat van.’
Alle ogen waren nu op haar gericht. Saartje een vindrobot? Dat hadden ze nooit gedacht. De klas werd weer rumoerig. Sommige kinderen staken hun vinger op en wilden weten of hun vader en moeder dan ook vindrobots waren. De jongetjes vonden het wel stoer. als dat zo was. De meisjes vonden het maar een eng idee, zo’n robot. Saartje zat te mokken en zou, zo leek het, elk moment  in huilen kunnen uitbarsten om haar rol als slachtoffer kracht bij te zetten.
Meester Bram besefte dat hij te ver was gegaan, maar hij wist ook dat de Saartjes van deze klas zonder scrupules andere kinderen hun mening oplegden. Op zijn minst door hardop te verklaren dat Sinterklaas niet bestond. Hij sloeg zijn ogen neer en keek naar de scheidingspapieren die al de hele dag voor hem op zijn bureau lagen. In de klas rommelde het verder. Gisteren had zijn vrouw getekend. Ex-vrouw, hij moest er nog aan wennen. Meester Bram wist, zij het achteraf en veel te laat, dat zijn vrouw niet meer dan een vindrobot was. In een bedrieglijke vorm van vlees en bloed die overal wat van vond, maar wel met ijzeren klauwen. Vlug krabbelde hij zijn handtekening.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: