Klokkendokter (PD)


Om tien voor half negen stierf de oude klokkendokter van Bern. Alleen, in een verpleegkamer van het Universitätsspital. Dat tijdstip staat vast, want op dat moment begon de bewakingsmonitor naast zijn bed op tilt te slaan, gealarmeerd door het plotselinge wegblijven van adem en hartgeklop. Zes dagen had de klokkendokter de artsen en de verpleegkundigen in het ongewisse gelaten door taal noch teken te geven tot hij op de zevende dag voorgoed met stille trom vertrok. Niemand hoorde zijn laatste zucht, als die er al was geweest. De zaalarts was net langs geweest en meende dat de toestand van de klokkendokter nog steeds stabiel was. Hij had de familie, dat feitelijk alleen nog bestond uit de enige nog levende broer en twee verre nichten, een dag eerder naar huis gestuurd.
‘Een wake is niet nodig, hij komt wel weer bij,’ had hij ze sussend toevertrouwd.
Mensen konden wonderbaarlijk herstellen na een hersenbloeding. De arts had het vaker gezien in zijn ziekenhuis. Nu wist hij het niet meer zo zeker en voelde zich in zeker mate verraden door de klokkendokter. De tekenen waren immers goed.

Waarom de klokkendokter desondanks voor het eeuwige koos, zal altijd een raadsel blijven. Hij had best nog even kunnen blijven, vond zijn overgebleven broer. De aan het ziekenhuis verbonden kapelaan meende dat God de klokkendokter tot zich had genomen omdat het zijn tijd was, wat de broer op zijn beurt wegwuifde als klinkklare nonsens.
De krant maakte op de achtste dag gewag van zijn overlijden. Over de oorzaak van zijn dood stond niets geschreven. Ze hadden niet de moeite genomen om zijn necrologie er mee te verrijken, maar kozen ervoor de versie die al jaren op de plank lag te gebruiken. Daarin was ooit vastgelegd dat Bern een markant figuur armer was. Daarmee waren de broer en de kapelaan het voor een keer met elkaar eens. Om het gemis van de klokkendokter te onderstrepen, haalde de krant in het artikel wat quotes aan uit een oud interview. Het zou de man typeren zoals hij was.
‘Ik kom zelf overal te laat. Als ik onderweg ben, kom ik altijd wel iets leukers tegen dan mijn bestemming.’
‘Bovendien,’ had hij er aan toegevoegd: ‘Tijd is waardeloos. Het zit altijd in de weg, net als je er het minst mee te maken wilt hebben.’
Hoe kon de klokkendokter, die jaar in jaar uit de uurwerken van Bern tot op de seconde goed afstelde, dat nou beweren, vroeg de interviewer aan hem.
‘We zitten er mee opgescheept, dus kunnen we de tijd maar beter goed in de gaten houden,’ was zijn verweer.
Uiteindelijk stond de taak om de tijd in het gareel te houden de klokkendokter niet in de weg om er stilletjes tussenuit te knijpen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: