Het gouden paar (MW)


Vandaag was de eerste keer dat ze meegingen naar de familie van Hugo. Ineke was ondertussen al een paar maanden bij hem, nadat ze, zoals ze zelf altijd zei, een keer niet goed had uitgekeken met oversteken en spontaan in zijn sterke armen was terechtgekomen. Laura zat op de achterbank en keek verveeld naar haar moeder en haar zogenaamde spontaan aangewaaide hulppapa. Hij zat achter het stuur en floot tussen zijn tanden een onduidelijk wijsje. Ineke had haar hand op zijn bovenbeen en keek af en toe glimlachend achterom. Spannend hé, zeiden haar ogen. Nou wat spannend, dacht Laura terwijl ze zich voornam om nooit, maar dan ook nooit, niet uit te kijken met oversteken.

Het feest was in een gehuurd zaaltje van een voetbalvereniging aan de rand van Diemen. Ze waren niet de eersten. Auto’s, opvallend veel zwarte Volkswagentjes met dubbele uitlaat, stonden slordig geparkeerd in het grasveldje naast de sloot. Hugo zetten de Ford ernaast en stapte als eerste uit. Hij holde grijnzend om de auto heen en hield de deur voor Ineke open. ‘Welkom dan maar,’ zei hij en Ineke stapte giechelend uit. Hij wilde ook de deur voor Laura openhouden, maar die opende snel de deur aan de andere kant om de genante vertoning voor te zijn. Haastig stapte ze uit en kwam met haar nieuwe schoenen in een modderige plas terecht. Ineke schikte haar jurk en kwam met Hugo om de auto heen gelopen. Ze sloegen allebei een arm om Laura heen. ‘Zullen we dan maar?’

Voor het houten keetje stond een groepje mannen opzichtig sigaretten te roken. ‘Kijk eens wie we daar hebben,’ riep een man met een zwart snorretje toen Hugo aan kwam lopen met de twee vrouwen. ‘Heb je wat lekkers meegebracht, Huug?’ zei het mannetje. De anderen lachten. Hugo grinnikte, ‘beetje netjes jongen, weet wel tegen wie je het hebt hé.’ Ja ja sorry grinnikten de mannen en ze gaven Ineke en Laura stuk voor stuk een stevige hand. ‘Kijken jullie een beetje uit met hem,’ zei er eentje, ‘hij heeft heel wat uitgevreten vroeger.’ Een kale man met een zwart hemdje en schouders vol tatouages liet zijn ogen langzaam over Laura glijden. Ze trok haar truitje op en ging dicht tegen haar moeder staan. ‘Luister maar niet,’ zei Hugo, ‘dit is de zwakzinnige kant van de familie. Laten we snel naar binnen gaan.’ Opnieuw een lachsalvo. Laura haastte zich naar binnen. Ineke sloeg haar arm om Hugo heen.

In het kleine zaaltje was het net zo rokerig als voor op het kleine stoepje. Laura vroeg zich af waarom de mannetjes in godsnaam voor de deur gingen staan roken. Ze schuifelden tussen de tafeltjes door terwijl Hugo links en rechts begroet werd met getapte opmerkingen van zijn familieleden. ‘Ik zal jullie eerst even voorstellen aan Henk en Ria,’ zei hij, ‘dan komt de rest vanzelf wel op jullie af.’ Henk en Ria waren de oud-oom en –tante van Hugo en aanstichters van het feest. Volgens Hugo een jaarlijkse traditie. Beiden hadden een gigantische omvang, zodat de familiegrap, zo vertelde Hugo, was dat ze alleen maar 50 jaar met elkaar getrouwd waren omdat ze beiden niet fysiek in staat waren bij de ander weg te gaan. Het feestpaar zat wijdbeens en met de modderige armen over de leuningen van de plastic tuinstoeltjes gelaten voor zich uit te staren. ‘Ome Henk, ik wil jullie even voorstellen aan Ineke en Laura,’ zei Hugo luid en duidelijk in het oor van zijn oom. De man keek meewarig naar Hugo. ‘Wie?’ vroeg hij. ‘Ineke,’ zei Hugo opnieuw, ‘mijn vriendin.’ Henk keek verward. ‘Die was toch dood,’ vroeg hij. ‘Wie is dood,’ mengde zijn vrouw zich in het gesprek. ‘Nee, ome,’ zei Hugo, ‘dat was Irene. Dit is Ineke. I-ne-ke.’ Oom Henk knikte begripvol. ‘En wie is die mooie dame daar,’ vroeg hij met een vettige blik op Laura. ‘Dat is Laura, de dochter van Ineke, ze is twaalf.’ Laura gaf de dikke man een handje. ‘Dat zou je niet zeggen,’ zei oom Henk schor. ‘Gefeliciteerd,’ zei ze zachtjes. ‘Waar is Irene?’ vroeg Ria aan Hugo. ‘Die is er niet,’ zei Hugo opnieuw. Ineke gaf de vrouw snel een handje. ‘Jammer,’ zei de dikke tante, ‘die leek me toch zo aardig. Neem je die weer een keer mee?‘ Hugo loodste Ineke en Laura van het bruidspaar vandaan. ‘Zullen we dan maar wat gaan drinken,’ zei hij opgewekt. Ineke knikte gretig: ‘ik vind het wel bijzonder hoor, om je familie zo te ontmoeten.’ Ze giechelde nog steeds zenuwachtig. Onwillig volgde Laura Hugo en haar moeder naar de dranktafel. Ze voelde de blikken van minstens de helft van de mannen in haar rug prikken. Flessen bier stonden rommelig op het met een papieren tafellaken bekleedde tuinmeubel. Er waren geen glazen. ‘Is er cola?’ vroeg Laura, nadat ze tevergeefs naar frisdrank had gezocht. Hugo ging het even vragen in het keukentje en kwam terug met een anderhalveliterfles en een plastic bekertje. ‘Help jezelf maar even,’ zei hij en pakte twee flesjes bier voor hem en Ineke. ‘Ik ga even buiten zitten,’ zei Laura en ze zwaaide demonstratief met haar hand voor haar gezicht en deed alsof ze moest hoesten.

Buiten vond Laura een plekje op een betonnen muurtje. Ze ging zitten, schonk en bekertje vol en zette de colafles naast zich.
‘Wat een drukte hé, mooie dame.’ Een jongen die een stuk ouder was dan zij ging naast haar zitten.
‘Gaat wel,’ zei Laura onwillig en dronk haar bekertje leeg. Hugo’s familie bestond blijkbaar alleen uit kromlopende halfapen met een laag voorhoofd. En waar waren de vrouwen? Behalve haar moeder en de omvangrijke tante Ria had ze nog geen vrouw gezien. Ze wilde opnieuw cola inschenken, maar bedacht zich en zette de hele fles aan haar mond. Ze verslikte zich in een veel te grote slok. De jongen sloeg een paar keer op haar rug. ‘Gaat het?’ Laura knikte en kuchte.
‘Ik ben Rick,’ zei de jongen, ‘Henk is mijn opa.’
‘Laura,’ zei Laura nors.
De jongen keek haar aan en wachtte even met een betekenisvolle blik. ‘Ik ken jou dus niet,’ zei hij tenslotte.
Laura keek hem een ogenblik stil aan. Oh ja, dacht ze en knikte. ‘Ik ben met Hugo mee. Mijn moeder is zijn nieuwe vriendin.’
‘Ah,’ zei de jongen.
‘Wat ah?’ vroeg ze geërgerd.
De jongen leunde achterover. ‘Gewoon, ah,’ zei hij, ‘ik bedoel er niets lulligs mee hoor, maar Hugo neemt wel vaker een nieuwe vriendin mee.’
‘Ah,’ zei Laura.
‘Zie je wel,’ zei de jongen en hij lachte.
‘Was de vorige soms die Irene,’ vroeg Laura, ‘die nu dood is.’
De jongen schudde zijn hoofd. ‘Laat hem niet te veel lullen, er is voor zover ik weet helemaal niemand dood, al komt oma Ria al een heel eind in de richting.’
Laura moest een lach onderdrukken. ‘Maar net zei hij tegen zijn oom …’
De jongen onderbrak haar: ‘Dat ze dood was ja, dat zegt hij over ze allemaal. Hij is door al die vrouwen, behalve een dan, aan de kant gezet. En die ene was zo leip als een varken, dus die telt eigenlijk niet mee. Maar omdat hij zich niet wil laten kennen, maakt hij er maar iets moois van. Soms zijn ze ook ernstig ziek geworden, of geëmigreerd naar het buitenland voor een of andere baan. Maar meestal dood. Henk kan het allemaal weinig schelen, die gelooft het allemaal wel.’
Laura schonk haar bekertje vol en nam een slok cola.
‘Wat heeft Hugo dan veel vriendinnen gehad,’ zei ze.
De jongen knikte ernstig. ‘Vrij veel ja, en we zien ze meestal maar één keer.’
Laura keek hem aan, ‘Oh ja, hoe komt dat dan?’ vroeg ze.
‘Geen idee,’ zei de jongen, ‘maar op het feestje van Henk en Ria zien we ze meestal voor het eerst en daarna niet meer. En de volgende keer is er vaak weer een nieuwe.’
Laura zag hoe haar moeder met Hugo naar buiten kwam. Ze had een rood hoofd en haar jurk zat scheef. De mannetjes bij de deur schreeuwden weer een spervuur van getapte grappen op hen af. Ineke keek rond en ving de blik van Laura. Haar moeder zag er verhit uit en keek enigszins wanhopig. Ze gebaarde met haar hoofd richting de auto.
‘Doei,’ zei Laura, ‘ik moet gaan. Ik zie je nog wel eens.’
De jongen had Ineke nu ook in het vizier gekregen en schudde zijn hoofd.
‘Dat denk ik niet,’ zei hij.

Plaats een reactie